het excuus

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[ɛksˈkys]
Verbuigingen:	-cuses (meerv.)

1) wat je zegt als je ergens spijt van hebt - excuses (la ~)

je excuses aanbieden/maken - présenter/faire ses excuses excuus vragen - demander des excuses

2) de reden die je geeft waarom iets niet goed is gegaan - excuse (la ~)

een geldig excuus - une excuse valable

© K Dictionaries Ltd.

het excuus	fait de s'excuser (m) ; fait de se justifier (m) ; faux-fuyant (m) ; subterfuge (m)
excuus	excuse

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.




NL: alibi
NL: pardon
NL: reden
NL: smoes
NL: uitvlucht
NL: verontschuldiging
NL: verschoning
NL: verweer
NL: voorwendsel

NL: excuus! (pop.) FR: faites excuse!
NL: excuus vragen FR: présenter ses excuses, s'excuser