Vertalingen doppen NL>FR
doppen
werkw.
Uitspraak: | [ˈdɔpə(n)] |
Verbuigingen: | dopte (verl.tijd ) heeft gedopt (volt.deelw.) |
de buitenste schil verwijderen van (peulvruchten) -
écosser bonen doppen - écosser des fèves |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
doppen (ww.) | éplucher (ww.) |
het doppen | épluchage (m) |
doppen | dépanouillage ; écossage ; écosser |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `doppen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: pellen