Vertalingen datum NL>FR
de datum
zelfst.naamw. (m.)
| Uitspraak: | [ˈdatʏm] |
| Verbuigingen: | data, datums (meerv.) |
dag en jaar waarop iets gebeurt -
date (la ~) | Op die brief staat de datum 10 februari 2007. - Cette lettre porte la date du 10 février 2007. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de datum (m) | date (v) |
| datum | date ; quantième |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `datum`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: dagtekeningNL: termijnUitdrukkingen en gezegdes
NL: datum postmerk
FR: date (du timbre) de la posteNL: de
datum bepalen om
FR: prendre date pourNL: welke
datum hebben we vandaag?
FR: quel quantième du mois sommes-nous?
