1. MWB
  2. Vertalen
  3. blij (NL>FR)
Vertaal
Naar andere talen: • blij > DE • blij > EN • blij > ES
Vertalingen blij NL>FR

blij

bijv.naamw.
Uitspraak:  [blɛi]

met een vrolijk gevoel - heureux/-euse
Hij is blij met het cadeautje; hij is er blij mee. - Il est content de son cadeau; il en est content.
Ik word er helemaal blij van als ze naar me kijkt. - Je me sens tout joyeux quand elle me regarde.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
het blij plomb (m)
blij gaiement ; vivement ; vive ; vif ; satisfait ; remuant ; ravi ; joyeux ; joyeusement ; joyeuse ; jovial ; heureux ; gaie ; gai ; content ; avec joie ; avec enjouement ; avec animation ; alerte ; allègre ; heureuse (v) ; contente (v) ; bienheureux (m) ; bienheureuse (v)
Bronnen: Wikipedia; interglot


Voorbeeldzinnen met `blij`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aangenaam
NL: blijgestemd
NL: blijmoedig
NL: dartel
NL: fideel
NL: fleurig
NL: fris
NL: geestig
NL: gelukkig
NL: happy

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: blij van geest FR: serein
NL: blij zijn om FR: se féliciter de
NL: ik ben blij voor hem FR: ça me fait plaisir pour lui