Vertalingen benijden NL>FR
benijden
werkw.
Uitspraak: | [bəˈnɛidə(n)] |
Verbuigingen: | benijdde (verl.tijd ) heeft benijd (volt.deelw.) |
graag (iets) willen wat een ander heeft of is;
jaloers zijn op -
envier iemand benijden om zijn geluk - envier son bonheur à quelqu'un |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
benijden (ww.) | envier (ww.) |
Bron: Trueterm
Voorbeeldzinnen met `benijden`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afgunstig zijn