Vertalingen bel NL>FR
bel
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [bel] |
Verbuigingen: | -len (meerv.) |
apparaat waar je op drukt of aan trekt en dat een rinkelend geluid maakt -
sonnette (la ~) deurbel - sonnette de porte fietsbel - sonnette de bicyclette De bel gaat. - La sonnerie se fait entendre. |
aan de bel trekken (=alarm slaan) - tirer la sonnette d'alarme
|
belletje trekken (=ondeugend spel waarbij je ergens aanbelt en dan hard wegrent) - (malin) plaisir de tirer sur la sonnette
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de bel (v) | bulle (v) |
de bel | cloche (v) ; clochette (v) ; sonnerie (v) ; sonnette (v) |
BEL (Afkorting) | baleine blanche ; dauphin blanc |
bel | aggrégat ; bel ; bouillon ; bulle ; bulle d'air ; groupe ; vessie |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `bel`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: klokNL: plasNL: schelUitdrukkingen en gezegdes
NL: de kat de
bel aanbinden
FR: attacher le grelot