Vertalingen bisdom NL>FR
het bisdom
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [ˈbɪzdɔm] |
| Verbuigingen: | -men (meerv.) |
kerkelijk gebied van een bisschop -
évêché (le ~) | bisdom Haarlem - évêché de Haarlem |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| het bisdom | diocèse (m) ; évêché (m) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `bisdom`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: sticht