bijna

bijwoord

Uitspraak:

[na]

nog net niet helemaal - presque

we zijn bijna in Amsterdam - nous sommes presqu'arrivés à Amsterdam

© K Dictionaries Ltd.

bijna

avant peu ; d'ici peu ; directement ; failli ; pratiquement ; presque ; prochainement ; quasi ; quasiment ; sous peu ; vite ; quelque

Bronnen: interglot; Omegawiki.org; ICT-Woordenboek




NL: bijkans
NL: haast
NL: nagenoeg
NL: schier
NL: vrijwel
NL: welhaast
NL: zowat

NL: bijna sterven FR: faillir mourir, manquer de mourir
NL: hij is bijna verdronken FR: peu s'en faut qu'il ne se soit noyé
NL: pas op, je was bijna overreden FR: attention, un peu plus, vous étiez écrasé