Vertalingen beschamen NL>FR
beschamen
werkw.
| Uitspraak: | [bəˈsxamə(n)] |
| Verbuigingen: | beschaamde (verl.tijd ) heeft beschaamd (volt.deelw.) |
de verwachtingen van iemand niet waarmaken -
trahir | Ze hebben mijn vertrouwen beschaamd. - Ils ont trahi ma confiance. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| beschamen (ww.) | confondre (ww.) ; décevoir (ww.) ; trahir la confiance (ww.) ; tromper (ww.) |
Bronnen: Wikipedia; interglot
Voorbeeldzinnen met `beschamen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: teleurstellen