Vertalingen allemaal NL>FR
allemaal
pronoun
1) alles of allen, iedereen -
tous, toutes (le/la ~) De kinderen moeten allemaal tegelijk beginnen. - Les enfants doivent tous commencer en même temps. je boeken allemaal weggeven - donner tous ses livres |
2) (bijna) niets anders dan -
rien que des Allemaal vliegen op mijn bord! - Tout une série de mouches dans mon assiette! Er ligt allemaal rommel op straat. - Il y a plein d'ordures dans la rue. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
allemaal | en totalité ; entier ; entièrement ; intégral ; intégralement ; total ; totalement ; tous ; tous ensemble ; tout ; tout le monde ; toute ; toutes ; chacun |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `allemaal`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: alNL: alleNL: allenNL: allesNL: een heleboelNL: elkNL: elkeenNL: iederNL: iedereenNL: iegelijkUitdrukkingen en gezegdes
NL: allemaal praatjes
FR: ce ne sont que des racontarsNL: wij zijn er nu
allemaal
FR: nous sommes au (grand) completNL: zij zijn
allemaal vertrokken
FR: tous sont partis