Vertalingen agenda NL>FR
agenda
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [aˈxɛnda] |
Verbuigingen: | -'s (meerv.) |
1) lijst van onderwerpen voor een vergadering -
ordre du jour (le ~) een onderwerp toevoegen aan de agenda - ajouter un point à l'ordre du jour |
op de agenda zetten (=zorgen dat er aandacht aan besteed zal worden) - mettre à l'ordre du jour
overgewicht op de politieke agenda zetten - mettre l'obésité au centre de l'actualité politique
|
2) boekje met een kalender om je afspraken in te zetten -
agenda (le ~) een digitale agenda in je smartphone - un agenda électronique sur son smartphone |
3) deel van de uitdrukking: -
een geheime/verborgen agenda hebben (=geheime bedoelingen hebben) - avoir un agenda caché
Heeft de gemeente in deze kwestie soms een verborgen agenda? - La municipalité a-t-elle par hasard des intentions cachées dans le cadre de ce problème?
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de agenda | agenda (m) ; agenda de poche (m) ; carnet (m) ; journal (m) |
agenda | agenda ; le calendrier ; file d'attente de tâches ; ordre de jour ; ordre du jour |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; ICT-Woordenboek; cibg.be
Voorbeeldzinnen met `agenda`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aantekeningNL: zakagenda