Vertalingen aftocht NL>FR
de aftocht
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [ˈɑftɔxt] |
Verbuigingen: | -en (meerv.) |
keer dat iemand ergens weggaat -
retraite (la ~) de aftocht van een vijandelijk leger eisen - exiger la retraite d'une armée ennemie een roemloze aftocht - une retraite peu glorieuse |
de aftocht blazen (=ergens weggaan) - battre en retraite
na een smadelijke nederlaag de aftocht blazen - battre en retraite après une défaite humiliante
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de aftocht (m) | retraite (v) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `aftocht`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afmarsNL: vertrekUitdrukkingen en gezegdes
NL: de
aftocht blazen
FR: battre la retraite