Vertalingen afremmen NL>FR
afremmen
werkw.
Uitspraak: | [ˈɑfrɛmə(n)] |
Verbuigingen: | remde af (verl.tijd ) heeft afgeremd (volt.deelw.) |
minder snel doen gaan -
freiner de groei van een kankergezwel afremmen - freiner l'évolution d'une tumeur cancéreuse afremmen voor een stoplicht - freiner devant un feu rouge |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
afremmen (ww.) | donner un coup de frein (ww.) ; freiner (ww.) ; ralentir (ww.) |
afremmen | décélération ; ralentir ; ralentissement |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `afremmen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afzwakkenNL: remmenNL: stoppen