Vertalingen viool NL>ES
viool
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [vi'jol] |
Verbuigingen: | violen (meerv.) |
muziekinstrument met snaren waarover je strijkt met een stok waarop haren gespannen zijn -
violín (el ~) een viool is kleiner dan een cello en een contrabas - un violín es más pequeño que un violoncelo y un contrabajo |
de eerste viool spelen (=druk en zelfbewust praten, terwijl de rest van het gezelschap vooral zwijgt en luistert) - llevar la voz cantante
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de viool | violeta (znw.) ; el violín (m) |
viool | violín |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `viool`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: fiedelNL: viooltje