Vertalingen vermorzelen NL>ES
vermorzelen (ww.) | anonadar (ww.) ; aplastar (ww.) ; aplastarse (ww.) ; destrozar (ww.) ; destruir (ww.) ; estropear (ww.) ; estrujar (ww.) ; exprimir (ww.) ; hacer pedazos (ww.) ; hacer polvo (ww.) ; machacar (ww.) ; pulverizar (ww.) ; romper (ww.) ; triturar (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `vermorzelen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: fijnmakenNL: platdrukkenNL: verbrijzelenNL: vergruizenNL: verpletteren