Vertalingen vaartuig NL>ES
het vaartuig
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [ˈvartœyx] |
| Verbuigingen: | vaartuigen (meerv.) |
vervoermiddel voor op het water -
embarcación (la ~) © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| het vaartuig | el barco (m) ; el casco (m) ; la embarcación (v) ; el vaso (m) |
| de vaartuig | la barcaza (v) ; el bote (m) |
| vaartuig | nave |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `vaartuig`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bootNL: bootjeNL: scheepjeNL: schipNL: schuitNL: schuitjeNL: stoomschip