Vertalingen tingelen NL>ES
| tingelen (ww.) | arrebatarse en cólera (ww.) ; borbotar (ww.) ; brillar (ww.) ; burbujear (ww.) ; caer con estrépito (ww.) ; centellear (ww.) ; chispear (ww.) ; chocar (ww.) ; hormiguear (ww.) ; repicar (ww.) ; sonar (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `tingelen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: kletterenNL: klingelenNL: rinkelenNL: tinkelen