surveilleren

Vertalingen surveilleren NL>ES

werkw.

Uitspraak:	[sʏrvɛiˈjer ə(n)]
Verbuigingen:	surveilleerde (verl.tijd ) heeft gesurveilleerd (volt.deelw.)

toezicht houden - vigilar

Twee docenten surveilleerden tijdens het examen Engels. - Dos profesores vigilaron durante el examen de inglés.

Overige bronnen

surveilleren (ww.)

controlar (ww.) ; guardar (ww.) ; patrullar (ww.)

Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `surveilleren`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

NL: bewaken
NL: toezicht houden
NL: toezien

Zojuist vertaald