Vertaal
Naar andere talen: • stinken > DEstinken > ENstinken > FR
Vertalingen stinken NL>ES

stinken

werkw.
Uitspraak:  [ˈstɪŋkə(n)]
Verbuigingen:  stonk (verl.tijd ) heeft gestonken (volt.deelw.)

1) vies ruiken - apestar
Paardenstront stinkt. - Las boñigas apestan.
Het stinkt hier van de rook. - Apesta a humo aquí.
Het stinkt hier naar mest. - Apesta a estiércol aquí.

2) niet pluis zijn - oler mal
Dat zaakje stinkt. - Ese asunto huele mal.
Die partij vindt dat het financiële beleid van het kabinet stinkt. - Ese partido opina que la gestión financiera del gabinete huele mal.

3) deel van de uitdrukking: -
uitdrukking erin stinken

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
stinken (ww.) apestar (ww.) ; heder (ww.) ; oler mal (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `stinken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: geuren
NL: meuren
NL: rieken
NL: ruiken
NL: walmen