smokkelen

Vertalingen smokkelen NL>ES

werkw.

Uitspraak:	[ˈsmɔkələ(n)]
Verbuigingen:	smokkelde (verl.tijd ) heeft gesmokkeld (volt.deelw.)

1) (iets) illegaal en in het geheim over de grens brengen - hacer contrabando

drugs smokkelen - traficar drogas

2) (iets) opzettelijk net niet helemaal goed doen - hacer trampas

Dat papier past net niet. Je moet maar een beetje smokkelen. - Ese papel no entra por poca diferencia. Hay que hacer trampas.

Overige bronnen

smokkelen (ww.)	contrabandear (ww.)
het smokkelen	el contrabando (m)

Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `smokkelen`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

NL: bedriegen
NL: sluikhand
NL: sluikhandel
NL: smokkelarij
NL: smokkelhand
NL: spieken
NL: verbergen

Zojuist vertaald