Vertaal
Naar andere talen: • seponeren > DEseponeren > ENseponeren > FR
Vertalingen seponeren NL>ES
seponeren (ww.) abandonar (ww.) ; caer (ww.) ; cerrar (ww.) ; dejar caer (ww.) ; depositar (ww.) ; lanzar (ww.) ; reflejarse (ww.) ; regresar (ww.) ; retornar (ww.) ; suspender (ww.) ; volver (ww.)
Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `seponeren`
Voorbeeldzinnen laden....