Vertaal
Naar andere talen: • schepeling > DEschepeling > ENschepeling > FR
Vertalingen schepeling NL>ES
de schepeling (m) el aprendiz de marinero (m) ; el compañero de navegación (m) ; el compañero del barco (m) ; el grumete (m) ; el marinero (m) ; el miembro de la tripulación del barco (m) ; navegante (znw.) ; el tripulante (m)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `schepeling`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: bemanning
NL: opvarende