Vertaal
Naar andere talen: • roddelen > DEroddelen > ENroddelen > FR
Vertalingen roddelen NL>ES

roddelen

werkw.
Uitspraak:  [ˈrɔdələ(n)]
Verbuigingen:  roddelde (verl.tijd ) heeft geroddeld (volt.deelw.)

praten over anderen, vooral op een vervelende manier - cotilllear
Ze hebben hier niks beters te doen dan de hele dag over elkaar roddelen. - No tienen otra cosa que hacer más que estar cotilleando todo el día sobre ellos mismos.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
roddelen (ww.) blasfemar (ww.) ; calumniar (ww.) ; comadrear (ww.) ; cotillear (ww.) ; cotorrear (ww.) ; delatar (ww.) ; echar pestes (ww.) ; hablar mal de (ww.) ; maldecir (ww.) ; parlotear (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `roddelen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: babbelen
NL: belasteren
NL: kletsen
NL: kwaadspreken
NL: lasteren