Vertalingen racen NL>ES
racen
werkw.
Uitspraak: | [ˈresə(n)] |
Verbuigingen: | racete (verl.tijd ) heeft geracet (volt.deelw.) |
1) deelnemen aan een snelheidswedstrijd -
participar en una carrera Hij racet al sinds zijn 17e. - Participa en carreras desde que tenga 17 años. |
2) heel snel iets doen -
correr We moesten racen om de trein te halen. - Tuvimos que correr para alcanzar el tren |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
racen (ww.) | correr con motocicleta (ww.) ; galopar (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `racen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: hollenNL: jakkerenNL: motorracenNL: pezenNL: razenNL: rennenNL: scheuren