Vertalingen pluis NL>ES
pluis
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [plœys] |
Verbuigingen: | pluizen (meerv.) |
1) kleine hoeveelheid haartjes, draadjes en stof -
pelusa (la ~) Er zit een pluisje op je bloes. - Hay una pelusa en tu blusa. |
2) deel van de uitdrukking: -
Het is hier niet pluis. (=het is hier niet veilig) - No es agua limpia aquí.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de pluis | la borra (v) ; felpa (znw.) ; peluche (znw.) ; la pelusa (v) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `pluis`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: draadjeNL: in ordeNL: pluche