Vertalingen optellen NL>ES
optellen
werkw.
| Uitspraak: | [ˈɔptɛlə(n)] |
| Verbuigingen: | telde op (verl.tijd ) heeft opgeteld (volt.deelw.) |
bepalen hoeveel het is als je (getallen) samenneemt -
sumar | alle uitgaven bij elkaar optellen en dan delen door het aantal deelnemers - sumar todos los gastos y luego dividirlos por el número de participantes |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| optellen (ww.) | adjuntar (ww.) ; agregar (ww.) ; añadir (ww.) ; enumerar (ww.) ; incluir (ww.) ; sumar (ww.) |
| optellen | adicionar |
Bronnen: interglot; Omegawiki.org
Voorbeeldzinnen met `optellen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: adderenNL: bijrekenenNL: bijtellenNL: erbij tellenNL: meerekenenNL: samentrekken