Vertalingen opblinken NL>ES
opblinken (ww.) | abrillantar (ww.) ; bruñir (ww.) ; dar brillo (ww.) ; dar lustre (ww.) ; encerar (ww.) ; lustrar (ww.) ; pulir (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `opblinken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: oppoetsenNL: opwrijvenNL: poetsenNL: wrijven