Vertaal
Naar andere talen: • omsluiten > DEomsluiten > ENomsluiten > FR
Vertalingen omsluiten NL>ES
omsluiten (ww.) acorralar (ww.) ; ceñir (ww.) ; cercar (ww.) ; encerrar (ww.) ; incluir (ww.) ; rodear (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `omsluiten`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: insluiten
NL: omcirkelen
NL: omhelzen
NL: omrasteren
NL: omsingelen
NL: omvatten