Vertalingen neerstorten NL>ES
neerstorten (ww.) | caerse (ww.) ; derrumbarse (ww.) ; estrellarse (ww.) ; hacer derrumbarse (ww.) ; sufrir un colapso (ww.) ; venirse abajo (ww.) |
het neerstorten | la colisión (v) ; el estruendo (m) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `neerstorten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afstortenNL: crashenNL: doen neerstortenNL: naar beneden stortenNL: steihelling