Vertalingen napraten NL>ES
napraten (ww.) | hacer eco (ww.) ; quedarse a charlar (ww.) ; reiterar (ww.) ; repasar (ww.) ; repercutir (ww.) ; repetir (ww.) ; resonar (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `napraten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: doorpraten na afloopNL: echoënNL: herhalenNL: nababbelenNL: nabauwenNL: nabouwenNL: nazeggen