1. MWB
  2. Vertalen
  3. koppel (NL>ES)
Vertaal
Naar andere talen: • koppel > DE • koppel > EN • koppel > FR
Vertalingen koppel NL>ES

het koppel

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈkɔpəl]
Verbuigingen:  koppels (meerv.)

twee of meer mensen of dieren bij elkaar - pareja (la ~)
Die twee vormen een leuk koppel. - Esos dos forman una pareja divertida.
Een koppel stratenmakers gezocht. - Se busca unos adoquinadores
een koppel paarden voor een wagen - una yunta de caballos para un carro

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
het koppelel par motor (m) ; el par de torsión (m) ; el par de fuerzas (m) ; el momento de fuerza (m) ; el equipo de dos (m) ; la dupla (v)
de koppella panda (v) ; el yunta (m) ; la pareja (v) ; el par (m) ; la pandilla (v) ; el grupo (m) ; el dúo (m) ; la colección (v) ; la banda (v)
koppel banda ; pastoreo por parcelas ; parvada ; par de fuerzas ; par ; cincha ; bandada de aves
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `koppel`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: groep van twee of meer
NL: levenspaar
NL: paar
NL: span
NL: stel
NL: stelletje
NL: twee stuks
NL: tweetal