Vertalingen knakken NL>ES
knakken (ww.) | abusar de (ww.) ; cascar (ww.) ; craquear (ww.) ; desfigurar (ww.) ; hacer pedazos (ww.) ; petardear (ww.) ; quebrantar (ww.) ; quebrar (ww.) ; quebrarse (ww.) ; refractar (ww.) ; resquebrajarse (ww.) ; romper (ww.) ; romperse (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `knakken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: breken