grijnzen

Vertalingen grijnzen NL>ES

werkw.

Uitspraak:	[ˈxrɛinz ə(n)]
Verbuigingen:	grijnsde (verl.tijd ) heeft gegrijnsd (volt.deelw.)

een grijns op je gezicht krijgen - reírse de oreja a oreja

zitten grijnzen om het grappige verhaal - estar riéndose de oreja a oreja de la historia divertida

Overige bronnen

grijnzen (ww.)

hablar con desdén (ww.) ; hacer muecas (ww.) ; muecas (ww.) ; reírse entre dientes (ww.) ; reírse por lo bajo (ww.) ; sonreír (ww.)

Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `grijnzen`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

NL: glimlachen
NL: grijnzend lachen
NL: grimassen
NL: meesmuilen
NL: sneren
NL: trekkebekken
NL: vals grijnzen

Ook in de database