Vertalingen fulmineren NL>ES
fulmineren (ww.) | bramar (ww.) ; despotricar (ww.) ; despotricar contra (ww.) ; encolerizarse (ww.) ; enfurecerse (ww.) ; estar malhablado (ww.) ; lanzar blasfemias (ww.) ; rabiar (ww.) ; vociferar (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `fulmineren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: foeterenNL: razenNL: te keer gaanNL: tekeergaanNL: tierenNL: vuilbekken