Vertaal
Naar andere talen: • flapuit > DEflapuit > ENflapuit > FR
Vertalingen flapuit NL>ES

de flapuit

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  [ˈflɑpœyt]
Verbuigingen:  flapuiten (meerv.)

iemand die alles zegt zonder na te denken - bocazas (el ~/la ~)

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
flapuit (znw.)la bocaza (v) ; el charlatan (m) ; el hablador (m) ; el picotero (m)
flapuit chismoso ; cotilla ; locuaz ; parlanchín
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `flapuit`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: babbelachtig
NL: babbelziek
NL: indiscreet
NL: kletserig
NL: kletsgraag
NL: loslippig
NL: mededeelzaam
NL: praatgraag
NL: praatziek
NL: spraakzaam