Vertalingen enkelvoud NL>ES
het enkelvoud
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈɛŋkəlvɑut] |
Verbuigingen: | enkelvouden (meerv.) |
<vorm van een woord die aangeeft dat het om één persoon of zaak gaat>
-
singular (el ~) De eerste persoon enkelvoud van het werkwoord 'zijn' is 'ik ben'. - La primera persona en singular del verbo 'ser' es 'yo soy'. Het enkelvoud van 'kinderen' is 'kind'. - El singular de 'niños' es 'niño'. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
het enkelvoud | singular (znw.) |
Bron: interglotVoorbeeldzinnen met `enkelvoud`

Voorbeeldzinnen laden....