Vertaal
Naar andere talen: • doorhouwen > DEdoorhouwen > ENdoorhouwen > FR
Vertalingen doorhouwen NL>ES
doorhouwen (ww.) atravesar (ww.) ; cortar (ww.) ; cruzar (ww.) ; escindir (ww.) ; fisionar (ww.) ; hender (ww.) ; hendir (ww.) ; hendirse (ww.) ; partir (ww.) ; rajar (ww.) ; surcar (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `doorhouwen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: doorhakken
NL: doorklieven
NL: klieven
NL: kloven