Vertaal
Naar andere talen: • dialect > DEdialect > ENdialect > FR
Vertalingen dialect NL>ES

het dialect

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [dijaˈlɛkt]
Verbuigingen:  dialecten (meerv.)

variant van een nationale taal, die gesproken wordt in een streek of dorp - dialecto (el ~)
Zij spreekt met ons Nederlands, maar met haar familie het dialect van haar geboorteplaats. - Con nosotros ella habla en holandés, pero con su familia habla en el dialecto de su lugar natal.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
het dialectel acento (m) ; la algarabía (v) ; el argot (m) ; el dialecto (m) ; la jerga (v) ; el lenguaje (m)
dialect dialecto
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `dialect`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: accent
NL: gewesttaal
NL: streektaal
NL: taaltje
NL: tongval