Vertaal
Naar andere talen: • cumuleren > DEcumuleren > ENcumuleren > FR
Vertalingen cumuleren NL>ES
cumuleren (ww.) acumularse (ww.)
het cumulerenla acumulación (v) ; el aumento (m)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `cumuleren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: opeenhopen
NL: opstapelen