Vertaal
Naar andere talen: • casseren > DEcasseren > ENcasseren > FR
Vertalingen casseren NL>ES
casseren (ww.) alzar (ww.) ; cobrar (ww.) ; elevar (ww.) ; imponer (ww.) ; levantar (ww.) ; percibir (ww.) ; recaudar (ww.)
Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `casseren`
Voorbeeldzinnen laden....