Vertalingen bouwer NL>ES
de bouwer (m) | el constructor (m) ; el contratista de obras (m) ; el emprendedor de construcciones (m) ; el obrero de la construcción (m) |
bouwer | constructor ; promotor |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `bouwer`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aannemerNL: bouwondernemerNL: bouwvakker