Vertalingen baasje NL>ES
het baasje | el chiquillo (m) ; el chiquitín (m) ; el hombrecillo (m) ; el hombrecito (m) ; el mocito (m) ; el muchachito (m) ; el muchacho (m) ; el niño (m) |
baasje | chico ; rapaz |
Bronnen: interglot; mwb
Voorbeeldzinnen met `baasje`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: baas