Vertalingen arbeid NL>ES
de arbeid
zelfst.naamw. (m.)
werk -
trabajo (el ~) aan de arbeid gaan - ponerse a trabajar |
de Dag van de Arbeid (=feestdag op 1 mei) - el Día del Trabajo
|
ongeschoolde arbeid (=werk waarvoor geen opleiding nodig is) - trabajo no cualificado
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de arbeid (m) | la actividad (v) ; el cargo (m) ; el empleo (m) ; la función (v) ; la misión (v) ; la obra (v) ; la ocupación (v) ; el trabajo (m) |
de arbeid | labor (znw.) |
arbeid | empleo ; mano de obra ; trabajo |
Bronnen: interglot; Engoi Woordenschatoefeningen; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `arbeid`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: activiteitNL: ambachtNL: arbeidersNL: bedrijvigheidNL: bezigheidNL: inspanningNL: jobNL: karweiNL: taakNL: vak