Vertalingen afpassen NL>ES
afpassen (ww.) | medir (ww.) ; pagar con cambio (ww.) ; pagar en suelto (ww.) ; pagar la cantidad exacta (ww.) |
het afpassen | el ir contando (m) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `afpassen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afmetenNL: afmetingNL: meten