Vertalingen aanbellen NL>ES
aanbellen
werkw.
Uitspraak: | [ˈambɛlə(n)] |
Verbuigingen: | belde aan (verl.tijd ) heeft aangebeld (volt.deelw.) |
op de bel van een huis drukken -
tocar el timbre Ik heb twee keer aangebeld, maar er kwam niemand aan de deur. - Toqué el timbre dos veces, pero nadie se acercó a la puerta. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
aanbellen (ww.) | llamar (ww.) ; llamar a la puerta (ww.) |
het aanbellen | el tocar el timbre (m) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `aanbellen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bellenNL: luidenNL: opbellenNL: schellen