Vertaal
Naar andere talen: • snakken > DEsnakken > ENsnakken > FR
Vertalingen snakken NL>ES
snakken (ww.) anhelar (ww.) ; ansiar (ww.) ; desear angustiosamente (ww.) ; languidecer (ww.) ; querer (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `snakken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: begeren
NL: happen
NL: kwijnen
NL: smachten