onderhandelen

Vertalingen onderhandelen NL>ES

werkw.

Uitspraak:	[ɔndərˈhɑndələ(n)]
Verbuigingen:	onderhandelde (verl.tijd ) heeft onderhandeld (volt.deelw.)

door praten proberen een gunstig resultaat af te spreken, vooral over geldzaken - negociar

onderhandelen over de prijs - negociar el precio

Overige bronnen

onderhandelen (ww.)	negociar (ww.) ; regatear (ww.) ; tratar (ww.)
onderhandelen	negociación

Bronnen: interglot; Wikipedia; Trueterm

Voorbeeldzinnen met `onderhandelen`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

NL: afdingen
NL: afpingelen
NL: beraadslagen
NL: marchanderen
NL: pingelen
NL: sjacheren
NL: verrichten

Zojuist vertaald