Vertalingen lessen NL>ES
lessen
werkw.
Uitspraak: | [ˈlɛsə(n)] |
Verbuigingen: | leste (verl.tijd ) heeft gelest (volt.deelw.) |
1) lessen nemen in autorijden -
aprender a conducir Op haar zestigste is ze nog gaan lessen. - Aún a los sesenta años aprendió a conducir |
2) deel van de uitdrukking: -
je dorst lessen (=drinken) - calmar la sed
Na het sporten les ik mijn dorst door een heleboel water te drinken. - Después de hacer deportes calmo la sed tomando mucha agua.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
lessen (ww.) | apagar la sed (ww.) ; consumir (ww.) ; disfrutar (ww.) ; matar la sed (ww.) ; refrescar (ww.) ; saciar (ww.) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `lessen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afkoelenNL: bevredigenNL: lavenNL: lenigenNL: les gevenNL: stillenNL: tegoed doen