Vertalingen huilen NL>ES
huilen
werkw.
Uitspraak: | [ˈhœylə(n)] |
Verbuigingen: | huilde (verl.tijd ) heeft gehuild (volt.deelw.) |
1) tranen uit je ogen laten stromen -
llorar van pijn beginnen te huilen - ponerse a llorar de dolor |
om te huilen (=heel slecht) - para llorar
Dat boek is om te huilen. - Ese libro es para llorar.
|
Het huilen staat hem nader dan het lachen. (=hij begint bijna te huilen) - Estaba a punto de romper en llanto.
|
2) een geluid maken dat op huilen (1) lijkt -
lloriquear De wind huilt rond het flatgebouw. - El viento brama alrededor del edificio. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
huilen (ww.) | gimotear (ww.) ; vociferar (ww.) ; ulular (ww.) ; sollozar (ww.) ; rugir (ww.) ; lloriquear (ww.) ; llorar (ww.) ; lagrimear (ww.) ; gritar (ww.) ; gemir (ww.) ; dar alaridos (ww.) ; chirriar (ww.) ; chillar (ww.) ; bramar (ww.) ; berrear (ww.) ; aullar (ww.) |
huilen | el gimoteo (m) ; el lloriqueo (m) |
Bronnen: interglot; pijnstillerinfocentrum; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `huilen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: brullenNL: grienenNL: jankenNL: krijsenNL: miepenNL: schreienNL: snikkenNL: snotterenNL: tranenNL: tranen afscheiden