Vertalingen haken NL>ES
haken
werkw.
Uitspraak: | [ˈhakə(n)] |
Verbuigingen: | haakte (verl.tijd ) heeft gehaakt (volt.deelw.) |
1) (iets) maken met een grote naald en een draad -
hacer croché een vest haken - hacer una chaqueta de croché |
2) deel van de uitdrukking: -
een pootje haken (=(iemand) laten struikelen) - echar la zancadilla
|
3) deel van de uitdrukking: -
blijven haken (=onbedoeld aan iets vast blijven zitten) - quedarse enganchado
Ik ben aan die spijker blijven haken. - Me quedé enganchado con el clavo.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
haken (ww.) | anhelar (ww.) ; ansiar (ww.) ; enganchar (ww.) ; hacer ganchillo (ww.) |
het haken | el enganche (m) ; la escuadras te (v) ; la tes (v) |
haken | labor de ganchillo |
Bronnen: interglot; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `haken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanhakenNL: begerenNL: blijven hangenNL: tekenhaken